Coronaspaargeld vloeit naar vastgoed en beurs
Belgische gezinnen hebben tijdens de coronalockdowns aanzienlijke bedragen gespaard, maar lijken dat spaargeld niet massaal te gebruiken voor consumptie en aankopen, volgens een studie van de Nationale Bank. Dit nieuws is teleurstellend voor winkeliers en horecazaken die hoopten op een golf van inhaalconsumptie.
Het spaarfenomeen tijdens de lockdowns was niet uniek voor België en werd ook in andere Europese landen waargenomen. Gezinnen spaarden meer en gaven minder uit om twee belangrijke redenen. Ten eerste was bepaalde vormen van consumptie, zoals het bezoeken van restaurants of het maken van toeristische reizen, eenvoudigweg niet mogelijk vanwege de beperkingen. Ten tweede waren gezinnen voorzichtiger geworden en stelden ze grote aankopen uit.
Het totale bedrag op Belgische spaarrekeningen brak de afgelopen maanden records en nadert nu de indrukwekkende grens van 300 miljard euro. Dit illustreert de omvang van het spaarfenomeen in het land.
Het is echter belangrijk op te merken dat niet alle bevolkingsgroepen in staat waren om meer te sparen. De werkende klasse, vooral degenen met de laagste inkomens, zagen hun spaarmogelijkheden eerder afnemen dan toenemen. De pandemie leidde tot aanzienlijke inkomensverliezen, vooral voor zelfstandigen, tijdelijk werklozen en jobstudenten. Huishoudens met lagere inkomens werden het hardst getroffen, grotendeels vanwege het feit dat velen van hen te maken kregen met tijdelijke werkloosheid.
Daarom was het vooral de bevolking met hogere inkomens die hun spaargeld nog verder konden laten groeien, waardoor het nationale gemiddelde werd opgetrokken. Dit resulteerde in een opmerkelijke toename van het totale spaargeld in het land.
Terwijl Belgische gezinnen tijdens de lockdowns aanzienlijke spaartegoeden hebben opgebouwd, lijkt inhaalconsumptie niet op grote schaal plaats te vinden. Dit heeft gevolgen voor verschillende sectoren van de economie, waaronder de detailhandel en horeca, die hadden gehoopt op een snelle heropleving van de vraag.
Het gebrek aan inhaalconsumptie is een uitdaging voor winkeliers en horecazaken, die gehoopt hadden op een snel herstel na de lockdowns. Ze hadden verwacht dat consumenten hun gespaarde geld zouden besteden aan etentjes, winkelen en andere activiteiten die tijdens de lockdowns beperkt waren. Dit zou de economie een broodnodige impuls hebben gegeven.
Echter, de studie van de Nationale Bank wijst uit dat gezinnen terughoudend zijn in hun uitgaven, zelfs nu de restricties zijn verminderd. Er zijn verschillende factoren die hierbij een rol spelen. Ten eerste is er nog steeds een zekere onzekerheid over de economische situatie en de toekomst, wat gezinnen voorzichtig maakt in hun uitgavenpatroon. Ten tweede hebben sommige gezinnen misschien geleerd om zuiniger te leven tijdens de lockdowns en zijn ze minder geneigd om terug te keren naar hun oude uitgavenpatroon.
Voor de winkeliers en horecaondernemers is dit een zorgwekkende ontwikkeling. Ze moeten nu strategieën bedenken om consumenten aan te moedigen hun geld uit te geven en vertrouwen te herwinnen in de economie. Dit kan onder andere marketingcampagnes, kortingen en speciale aanbiedingen omvatten.
De situatie benadrukt ook de noodzaak van economische steunmaatregelen om de sectoren die het zwaarst zijn getroffen door de pandemie te ondersteunen. De overheid kan overwegen om stimuleringsmaatregelen in te voeren om de vraag te stimuleren en de economie weer op gang te brengen.
Kortom, hoewel Belgische gezinnen aanzienlijke spaartegoeden hebben opgebouwd tijdens de coronalockdowns, lijkt het erop dat inhaalconsumptie niet snel zal plaatsvinden. Dit vormt een uitdaging voor de economie en vereist doordachte strategieën van zowel consumenten als beleidsmakers om het herstel te bevorderen.